Zonder titel

Piet RooversKunstenaar: Piet Roovers (1924-1997) verbindt zich na de Tweede Wereldoorlog aan de Volkshogeschool in Rockanje, voert rondleidingen in musea, en is leraar tekenen bij de Vereniging de Technische School in Rotterdam. In het kader van het volkshogeschoolwerk, wordt hij naar München uitgezonden om bij de opvang van teruggekomen krijgsgevangen te assisteren. Daar verzeilt hij in Zwitserland, om daar in een kunstenaarsmilieu terecht te komen, waar ze ‘zo’n beetje zaten te mondrianen’, en wordt daar volwassen als kunstenaar. Terug in Rotterdam begrijpt het niet dat de klok stil is blijven staan. Het enige interessante was de Venstergroep, waar hij weldra met Wally Elenbaas en Daniel den Dikkenboer achter de steen staat. ‘Pietje Klee’ werd hij plagend genoemd, omdat het gek was op het werk van Klee en Miro. Toen Piet Roovers zich in de jaren zestig met monotypen op het grensgebied van schilderen en grafische technieken begaf, werd geopperd dat hij in een nieuwe fase was beland: ‘Het decoratieve spel met een menigte aan kleine vormpjes en kleuren waarin Roovers als lithograaf was vastgelopen, kwam hij te boven in zijn monotypen, dankzij een grotere en spontanere vormtaal.’ Na zijn ‘monotype-periode’ concentreerde hij zich volledig op het schilderen van ‘flinke doeken altijd abstract, waarin heel af en toe weer een figuurtje tevoorschijn komt’. Het werk van Piet Roovers is opgenomen in o.m. de collecties van Museum Boijmans Van Beuningen, Stedelijk Museum Amsterdam, Collectie Nederland, Oslo Museum en Cincinatti Art Museum.

Jaar: 1954.

Techniek: pastel.

Afmeting: 39×50,5 cm.

Signatuur: r.o. met potlood.

Staat: goed.

Literatuur:
– Huijts, J. Piet Roovers: Recent & Retrospectief. Galerie Duo Duo.
– Jager, I. Sterk van kleur: grafiek in Rotterdam in de twintigste eeuw. TDS uitgevers Schiedam. p.200/201.

Prijs (incl. btw): €450,-.